Dierenleven in Artis

Dierenleven in Artis

Jarenlang woonde ik om de hoek bij Artis. ‘s Nachts werd ik regelmatig wakker van het geschreeuw van de slingerapen. Vaak ging ik naar Artis voor een wandeling door het park. Al snel bleef het niet bij wandelen en ging het schetsboek mee. Later werd het een plank en een wat groter formaat papier.

Met mooi weer tekende ik buiten, met slecht weer in de hokken en vooral in het vogelhuis. De dieren ondergingen mijn observaties gelaten. Ik geloof eigenlijk, dat het ze geen lor interesseerde.

En als ze er vandoor gingen zonder eerst aan mij te vragen of ik misschien klaar was, had ik gewoon pech. Ik moest op topsnelheid werken. Dat dwong me om voortdurend naar de essentie van de vormen en de bewegingsdynamiek van ieder dier en iedere vogel te zoeken.

De wetenschappers, die in de vorige eeuw namen mochten verzinnen voor al die dieren hebben zich vooral bij de vogels uitgeleefd in soms tongbrekende en vreemdsoortige namen. Wat te denken van namen als kookaburra, koekal, witwangtoerako en seriema.